Het Jezidi-volk lijdt nog altijd onder wijdverspreide IS-retoriek
‘Duivelaanbidders’, noemde een Somalische vlogger de Jezidi’s in een video op YouTube. Niet alleen discriminerend, maar ook gevaarlijk. Terreurgroep Islamitische Staat gebruikte dezelfde retoriek voordat ze besloten om genocide te plegen op het Jezidi-volk. Jezidi’s zelf geloven niet in de duivel; ze spreken het woord zelfs niet uit.
Het kwam er nogal nonchalant uit. ‘Oh, dus ze geloven in de duivel?’ vroeg de Somalische vlogger in gebroken Engels. ‘Yes,’ antwoordde de lokale taxichauffeur vervolgens. Gegrinnik en gelach volgden, nota bene net voordat de twee op het punt staan om Lalish te betreden. Hierna volgden beelden van het heiligdom van de Jezidi’s. De tempels, van de ondergrondse gangen, van de natuur: de man mocht overal komen en filmde alles. In Lalish is iedereen welkom, ongeacht geloof en afkomst.
Genoeg materiaal dus. De YouTuber had er zodoende ook voor kunnen kiezen om het gesprek in de taxi voor zichzelf te houden, maar dat deed hij niet. Bewust koos hij ervoor voor om dit stukje in zijn reisverslag te verwerken. Misschien omdat hij het grappig vond, misschien omdat hij wilde scoren bij zijn volgers, misschien omdat hij oprecht gelooft dat de Jezidi’s de duivel aanbidden. Hij is lang niet de enige. Twee jaar terug noemde de oprichter van de wereldwijde stichting Islamic Relief de Jezidi’s ook ‘duivelaanbidders’. Dat gebeurde tijdens een presentatie over hulp bieden aan kwetsbaren in de regio. De beelden werden toevallig online gezet.
Jezidi’s waren woest, maar niet verbaasd, want zelfs onder bepaalde moslims met wie de Jezidi’s al eeuwenlang samenleven is het een hardnekkige gedachte, merkte een twitteraar op. De uitspraak van de Somaliër vond hij niet eens het allerergst. Nee, dat de taxichauffeur, waarschijnlijk een Koerdische moslim, meedeed aan het verspreiden van ‘IS-retoriek’ was volgens hem pas schandalig. Die zou toch beter moeten weten als local, vooral nu, meer dan acht jaar na de genocide op de Jezidi’s.
Dat dacht ik ook toen een paar jaar geleden in de taxi stapte om Jezidi’s in de vluchtelingenkampen te interviewen. Toen de taxichauffeur hoorde waar ik precies moest wezen, zei hij: ‘Ah, bij de aanbidders van Shaytan.’ Ik mompelde iets van ‘dat klopt niet’, maar ging er verder niet op in. De chauffeur sprak slecht Engels en ik dacht dat het een incident was. Maar dat was het niet. Tijdens het schrijven van Het vergeten volk hoorde ik talloze verhalen over discriminatie, uitsluiting en vooroordelen. Zo werd Majdal, de jongen op de cover van mijn boek, op straat uitgescholden voor ‘duivelaanbidder’ nadat hij per ongeluk wat koopwaar omver stootte. En een dokter vertelde mij dat hij vanwege discriminatie niet te koop loopt met zijn Jezidi-achtergrond. ‘Een van mijn collega’s, ook een dokter, noemde me ‘vies’ en een ‘duivelsaanbidder’,’ vertrouwde hij me toe.
‘Zelfs nu, na de genocide?’ vroeg ik verbaasd.
‘Zelfs nu, na de genocide,’ beaamde hij.
Natuurlijk denkt niet iedereen er zo over, haastte hij zich te zeggen, maar over het algemeen heerst er nog veel onwetendheid over Jezidi’s. ‘Waarom aanbid je Satan?’ wordt hem al zijn hele leven gevraagd, waarop hij steevast uitlegt dat Jezidi’s de duivel niet aanbidden, maar juist het goede nastreven, net als andere gelovigen. Ze geloven in één God die het universum heeft geschapen en vergevend en genadevol is.
God is alleen verantwoordelijk voor hemelse zaken, de verantwoordelijkheid voor aardse zaken heeft hij overgedragen aan zeven aartsengelen, een engel voor iedere dag van de week. De belangrijkste is Tawûsê Melek, een engel in de vorm van een kleurrijke pauw. Toen God de engelen schiep zei hij dat ze voor geen enkel wezen mochten buigen. Maar even later werden ze toch gevraagd te buigen voor Adam, voor een mens, waarop alleen de pauwenengel weigerde. ‘Hoe kan ik me aan een ander wezen onderwerpen? Ik ben geschapen uit uw licht terwijl Adam uit stof is ontstaan,’ zei hij. Maar het bleek slechts een test van God, waarvoor Tawûsê Melek glansrijk slaagde. Vanwege zijn toewijding en eerlijkheid werd hij benoemd tot leider van de aartsengelen.
Hoewel Jezidi’s erkennen dat er ook kwaad op aarde is, bestaat er in hun geloof geen duivel: ze mogen het woord zelfs niet uitspreken. Voor hen is Tawûsê Melek de bemiddelaar tussen de schepper en het volk, een goede, welwillende geleider van de aarde, en zeker geen kwaadaardige versie van God in de vorm van Satan. Jezidi’s geloven dat zowel het goede als het kwade in de mens aanwezig is, maar het is aan henzelf om het goede pad te volgen, net zoals Tawûsê Melek deed.
Maar veel moslims zien Tawûsê Melek als de duivel, omdat zijn verhaal overeenkomsten vertoont met dat van de opstandige djinn Iblis (Satan) uit de Koran. Net als de pauwenengel weigerde Iblis te buigen voor Adam, waardoor hij de genade van God verloor en voor straf werd verbannen uit het paradijs. Het is vanwege dit hardnekkige misverstand dat Jezidi’s al eeuwenlang als duivelaanbidders worden bestempeld, vooral door extremistische groeperingen die de Jezidi’s kwaad willen doen.
Islamitische Staat gebruikte dezelfde haatpropaganda om hun genocidale campagne te rechtvaardigen. De terreurgroep heeft er nooit een geheim van gemaakt de Jezidi’s als een zorgvuldig uitgekozen doelwit te zien. Voordat de terreurgroep een veroveringstactiek voor Sinjar bedacht, hadden shariastudenten in het kalifaat al grondig onderzoek gedaan naar de Jezidi’s. De conclusie? Jezidi’s zijn geen ‘mensen van het boek’ is te lezen in Dabiq, een van de propagandamagazines van IS. Het waren ongelovigen en nog erger: duivelaanbidders. Het zou daarom volgens de regels van de sharia zijn om hun vrouwen en kinderen tot slaaf te nemen en hun mannen te vermoorden. Wat er hierna gebeurde, is algemeen bekend.
Tot 2014 werden Jezidi’s vooral gezien (als ze al werden opgemerkt) als een mysterieus, gesloten volk. Informatie over hun geloof was nauwelijks te vinden, mede omdat de Jezidi’s geen heilige boeken hebben. Toen de genocide op 3 augustus startte, struinden velen het internet af en doken ze in oude boeken, op zoek naar informatie over de Jezidi’s. Veel van deze informatie bleek onjuist. Zo ontdekte Abdulwadûd Louws dat Jezidi’s al in 1932 werden omschreven als een volk dat Satan bemint. ‘Om ervoor te zorgen dat de duivel geen vat op hen krijgt, moeten ze hem te vriend houden. Het is dus niet uit liefde dat ze hem aanbidden, maar uit angst,’ aldus de schrijver in Het Volk: Dagblad van de Arbeiderspartij.
Wat kun je doen tegen zo’n hardnekkig vooroordeel? De oplossing ligt in educatie en beleid, aldus de dokter die ik eerder sprak. Te beginnen in het Midden-Oosten, waar de Jezidi’s vandaan komen. ‘Begin maar in de moskeeën. Imams zouden moeten zeggen dat we broeders zijn, aan een eenheid moeten werken, in plaats van ons ongelovigen te noemen. Dat zou al een hoop schelen. Daarnaast zou de Koerdische regering een onderzoek moeten starten naar discriminatie jegens Jezidi’s. Alleen door het probleem te onderzoeken, kun je het oplossen.’
In Lalish doen ze ook aan voorlichting. Schoolklassen, delegaties en individuele bezoekers krijgen er dagelijks rondleidingen. Met een beetje geluk word je verwelkomd door Luqman, de hoofdwoordvoerder van het heiligdom die in perfect Engels uitlegt wat het Jezidi-geloof inhoudt. Luqman werkt al sinds 2007 in Lalish, toen hij nog studeerde. Op een dag liep hij door het heiligdom en zag hij een islamitische vertaler een groep buitenlandse bezoekers begeleiden. Luqman luisterde mee. Hij hoorde de vertaler zeggen dat nadat een Jezidivrouw bevallen is, ze het kind hondenmelk geven, iets wat absoluut niet klopt. Na overleg met leiders ging hij aan de slag als gids.
In Lalish hoorden ze ongetwijfeld pas achteraf wat voor leugens de vlogger had verspreid. Maar zelfs al hadden ze geweten met welke vooroordelen de twee de drempel overstapten, dan nog waren ze welkom geheten. Jezidi’s hadden ze rondgeleid, en Luqman had hun vragen beantwoord, ook die over de pauwenengel. En dan was de vlogger gewoon een keurige reisverslaggever geweest, in plaats van de zoveelste ophitser die IS-retoriek verkondigt en zodoende het gedachtegoed van de terreurgroep springlevend houdt.
Dit artikel las u gratis, maar een donatie wordt zeer gewaardeerd door deze hardwerkende journaliste. Dan kan ik weer onderzoek doen, mensen interviewen en nieuwe artikelen schrijven. Let op: het bedrag dient u zelf aan te passen. Ben nog altijd een halve computer-leek.