De vrouwenhaat vlucht mee
Publicatie: Trouw en De Tijd. Best gelezen online Trouw-artikel van 2016.
Je kunt het Midden-Oosten niet naar Europa halen zonder de vrouwenhaat en het seksueel geweld erbij te importeren. Kun je dat nog zeggen, vraagt Brenda Stoter zich af, zonder je aan racistische clichés schuldig te maken?
‘Jij hebt de helft van mijn verstand, dus ik heb meer recht van spreken. Staat in de Koran”, besloot mijn Jordaanse chauffeur Mohammed de discussie. Die ging over mijn relatie. Mohammed noemde mijn vriend een ‘watje’ omdat hij mij naar Jordanië had laten gaan om stukken te schrijven over Syrische vluchtelingen in het Za’atari-kamp. “Een goede vrouw hoort thuis. Hij houdt niet van je”, zei Mohammed.
Misschien was het de alcohollucht die om hem heen hing, of omdat hij me net trots verteld had dat hij de nacht ervoor seks had gehad met twee vrouwen (‘Geen huwelijksmateriaal. Mijn vrouw moet maagd zijn’), maar ik nam zijn dubbele moraal niet serieus. Toch maakte Mohammed geen geintje, hij vond echt dat ik niet alleen hoorde te reizen. Ik wuifde het gesprek weg onder het mom van ‘culturele en religieuze verschillen’. Dat doe ik wel vaker.
Na de gebeurtenissen in Keulen moest ik opeens aan zijn woorden denken. Niet omdat ik Mohammed voor een aanrander aanzie, absoluut niet, maar omdat zijn woorden zoveel zeggen over de positie van vrouwen in de Arabische wereld. Iedereen die de regio een beetje kent, weet dat daar een patriarchale cultuur heerst en dat mannen en vrouwen er veelal gescheiden leven.
Natuurlijk zijn er onderlinge verschillen (Iraaks Koerdistan is bijvoorbeeld erg op de feministische toer), maar over het algemeen is de regio conservatief. De meeste mannen daar zien vrouwen als ondergeschikt en houden hen het liefst thuis. En dan zeg ik het nog voorzichtig, na zes jaar lang door het Midden-Oosten te hebben gereisd om vrouwenverhalen te schrijven.
De Egyptische feministe Mona Eltahawy drukt zich een stuk minder voorzichtig uit. “Ja, ze haten ons, het moet gezegd worden.” In haar boek ‘Hoofddoek en Maagdenvlies’ zet ze uiteen hoe ‘een giftige mix van religie en cultuur’ misdaden tegen vrouwen in de Arabische wereld voedt, en dat mannen daar geobsedeerd zijn door de kuisheid van de vrouw. Lust is verboden voor meisjes en vrouwen, wier maagdenvlies hun belangrijkste bezit is. Dat moet veranderen, vindt Eltahawy, en dus heeft de Arabische wereld een seksuele revolutie nodig.
De obsessie met de zuiverheid van meisjes uit zich in het bizar hoge aantal besnijdenissen. Wereldwijd hebben meer dan 125 miljoen meisjes en vrouwen een vorm van genitale verminking ondergaan, geconcentreerd in 29 landen in Afrika en het Midden-Oosten. Het wegsnijden van het vrouwelijk genot heeft met religie (er bestaat een hadith over), maar ook met cultuur te maken, want ook Egyptische christenen laten meisjes besnijden. Het is een gebruik dat van moeder op dochter wordt doorgegeven en ondanks het verbod erop in veel landen nog steeds vaak voorkomt.
Ik was tot tweemaal toe in Egypte toen de verkrachtingen op het Tahrirplein in Cairo plaatsvonden. Massa’s jongemannen vergrepen zich aan vrouwen. De daders vormden cirkels om de slachtoffers, zonderden hen af van hun familieleden en vrienden, scheurden de kleren van hun lijf en verkrachtten en betastten hen, wetende dat ze waarschijnlijk toch nooit gepakt zouden worden voor deze misdaden. Dat was het geval in Cairo. Dat was ook het geval in Keulen en naar later bleek in andere Duitse steden, en in Stockholm.
Egypte is niet het enige land in de Arabische wereld waar misogynie hoogtij viert. In Jordanië vindt 90 procent van de vrouwen het normaal dat hun man hen slaat en in Egypte is 99 procent van de vrouwen seksueel lastiggevallen. In Irak steken vrouwen zichzelf in brand om aan een slecht huwelijk te ontsnappen. Hoe slecht is dat huwelijk dan? In Afghanistan en Saudi-Arabië is de situatie mogelijk nog slechter. Om Eltahawy nog maar eens te citeren: “Noem me een Arabisch land en ik laat je een litanie horen van misdaden tegen vrouwen die daar worden begaan.” In Trouw (1 augustus 2015) zei ze: “Ik heb het niet alleen over de islam, vrouwenonderdrukking onder christenen is in het Midden-Oosten even erg, ook zij laten hun meisjes besnijden. Het is deze giftige mix van religie en cultuur die de vrouwenonderdrukking in de Arabische wereld in stand houdt.”
In het islamitische recht wordt de vrouw consequent als een halve man gedefinieerd, zoals mijn chauffeur in Jordanië al liet doorschemeren. De profeet Mohammed zei tegen vrouwen dat ‘zij de meerderheid van de bewoners van de hel zijn’. Toen zij vroegen waarom, zei hij dit: “Jullie vloeken vaak en zijn jullie echtgenoten ondankbaar. Ik heb niemand gezien die meer tekortschiet in verstand en religie dan jullie.” (Sahih Bukhari 1:6:301)
Misogynie wordt versterkt door politieke instabiliteit, armoede en slecht onderwijs. In Jordanië (en in mindere mate in Turkije) trouwen steeds meer Syrische meisjes gedwongen voor hun 18de, soms met rijke Saudiërs die hen na een tijdje weer dumpen. Daarnaast komt huiselijk of seksueel geweld binnen gezinnen veel voor: Syrische (jonge)mannen hebben geen werk en doordat ze dag en nacht met hun gezin in een kleine ruimte zitten, lopen de spanningen op. Mannen reageren hun frustraties af op hun vrouwen, broers op hun zusjes.
Door de komst van miljoenen Syrische en Iraakse vluchtelingen draaien vrouwen-ngo’s in de regio overuren. Zo kreeg ik laatst in Iraaks Koerdistan van hulpverleners van de vrouwen-ngo Emma te horen dat ze geen tijd meer hebben om zich op het bestrijden van vrouwenbesnijdenis te richten, voorheen hun eerste prioriteit, omdat de duizenden Yezidi-vrouwen die gevangen werden genomen door de Islamitische Staat (IS) hun hulp nu hard nodig hebben.
Nog steeds leeft er in de regio een idee dat je uit schaamte of angst om verstoten te worden het beter niet kunt hebben over (seksueel) geweld dat jou als vrouw is aangedaan. Egyptische activisten zijn vaak van mening dat de reden waarom het zover heeft kunnen komen alles te maken heeft met hoe er in het verleden met seksueel geweld werd omgegaan: voormalig president Hosni Mubarak deed weinig om de daders te straffen, en de slachtoffers hielden ook vaak hun mond. Het hielp niet dat militairen en agenten zich ook vergrepen aan vrouwen. Wie durft er dan nog aangifte te doen?
In Trouw deed een Saudische activiste vorige week een boekje open over Keulen en de situatie binnen azc’s: “Ze denken dat ze ermee wegkomen, dat niemand hen in de gevangenis zet, geen vrouw er over zal durven praten – want zo gaat dat in het Midden-Oosten.”
Ik krijg vaak de vraag hoe ik mijn verblijf in het Midden-Oosten ervaar. Ik kan nu alles wat ik net gezegd heb kapot nuanceren, vertellen dat ik nog nooit zo gastvrij ontvangen ben als daar. Dat ik nog nooit aangerand ben. Dat de meeste Arabische en Noord-Afrikaanse mannen helemaal niet gewelddadig of crimineel zijn, ik heb het tenminste niet gemerkt.
Maar het gaat nu niet om mij, en ook niet over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk of over mannen in Zuid-Amerika die hun handen niet thuis kunnen houden. Het gaat om de problemen in de regio waar ik al jaren over schrijf: de diepgewortelde ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, die nu als een extra bagage overwaait naar ons continent. Want wie denkt dat je de Arabische wereld naar Europa kunt halen zonder de sociale ongelijkheid, cultuurverschillen en de invloed van religie te importeren, negeert de feiten. Bewust.
“Volgens een Arabisch spreekwoord steekt een ooievaar zijn kop in de grond en denkt dan dat ie onzichtbaar is. Zo zie ik Europa nu: mensen kijken weg omdat ze de nare gevolgen niet onder ogen durven te zien”, zegt Alia (26), een Syrische vriendin van mij die in 2012 snel naar het Westen vertrok, blij dat ze naast de oorlog, ook de patriarchale samenleving kon ontvluchten. “Kijk, als je als vrouw in het Midden-Oosten geen maagd meer bent, is dat een schande. Veel van deze mannen zien westerse, ongelovige vrouwen daarom als losbandig en goedkoop. Dat verander je niet zomaar.”
Het gaat allang niet meer alleen om Keulen. Het gaat ook om de aankomst van kindbruiden, het wegtreiteren van homo’s en de verkrachtingen binnen azc’s – onderwerpen waar politici en media krampachtig op reageren.
Moedeloos word ik van mensen die seksueel geweld onder asielzoekers bagatelliseren of zelfs ontkennen, net zoals ik moedeloos word van extreem-rechtse types die dit soort ernstige problemen gebruiken om alle vluchtelingen over één kam te scheren en hun xenofobe gedachtengoed te verspreiden.
Ik, een journalist die al jarenlang ziet hoe schrijnend de situatie in Arabische landen is, zal de laatste zijn die bezwaar heeft tegen de komst van vluchtelingen. Maar ik heb wel bezwaar tegen asielzoekers die misbruik maken van de vluchtelingenstroom, die lak hebben aan de westerse cultuur en aan andermans normen en waarden, maar die tóch naar Europa komen. Ik heb ook bezwaar tegen mensen die stelselmatig ontkennen dat zich criminelen in die stroom voegen. Zij geven de slachtoffers van de aanrandingen in Keulen niet alleen een trap na, maar trappen alle vrouwen die ooit het slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld omlaag, inclusief de vrouwen die dit soort waanzin in het Midden-Oosten en Noord-Afrika ontvluchtten.
De kunst is nu dat we dit open en eerlijk bespreken, maar wel met nuance en zonder te vervallen in racistische stereotypes.
Laatst was ik aan de Macedonische grens. Een van de eerste vluchtelingen die ik sprak, vertelde hoe ze getuige was geweest van een aanranding door een medevluchteling, en hoe bang ze ‘s avonds was om te gaan slapen zonder mannelijke familieleden in de buurt. Ze voegde eraan toe dat veel vrouwen doodsangsten uitstaan zodra het donker wordt.
“In Duitsland gebeuren zulke dingen niet, toch?” vroeg ze.
Ik zei van niet. Maar zeker weten doe ik het niet meer.
Vrouw, wees onderdanig!
Uit onderzoek naar sociale en politieke opvattingen, in 2013 uitgevoerd door het Amerikaanse Pew Research Center onder 38.000 moslims uit 39 landen, blijkt dat de moslims in Midden-Oosterse en Noord-Afrikaanse landen behoorlijk conservatief zijn over de positie van de vrouw. Zo vindt slechts 15 procent van de Marokkaanse en Tunesische respondenten dat zoons en dochters evenveel horen te erven. Op de vraag of de vrouw het recht heeft om een echtscheiding aan te vragen, reageerde slechts 14 procent van de ondervraagde Iraakse moslims instemmend; in Jordanië en Egypte ligt dat iets hoger (22 procent), in Tunesië, Marokko en Libanon stemde een ruime meerderheid er wel mee in.
Hoort een vrouw haar man gehoorzaam te zijn? Uiteraard, antwoordde maar liefst 93 procent van de Tunesiërs. Er is hierover onder moslims wereldwijd grote eenstemmigheid, blijkt uit de Pew-studie: te allen tijde dient de vrouw de man te gehoorzamen. Zelfs in het relatief liberale Libanon kon deze stelling nog op grote instemming (74 procent) rekenen.
Of de vrouw zelf mag beslissen of ze een hoofddoek draagt, is minder een uitgemaakte zaak. Een groot deel van de Tunesische en Marokkaanse respondenten vindt dat ze dat zelf moet weten, in Jordanië en Irak gunt nog niet de helft van de respondenten vrouwen die vrijheid.
Leave a Reply