Interview Nadia Murad: Wij jezidi’s horen niet thuis in hun samenleving

Publication: Trouw

Ontsnapt als slavin van Islamitische Staat in Irak werd Nadia Murad het gezicht van het jezidi-leed. IS mag dan praktisch verslagen zijn, bevrijd zijn de jezidi’s allerminst. 

Soms voelt het alsof ze pas net in Stuttgart woont. De enige Duitsers die ze kent, zijn haar buren en wat politici. “De vrienden die ik had, zijn bijna allemaal vermoord door IS”, zegt ze. Vrienden heeft ze niet,behalve haar zus, met wie ze samenwoont. Ze komt weinig buiten.

In 2015 kreeg Nadia Murad asiel in Duitsland, maar tijd om haar draai te vinden, was er niet. Sindsdien reist de jezidi-activiste de wereld over om de genocide tegen haar volk onder de aandacht te brengen. Ze vertelde haar verhaal aan de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi en de Franse president Emmanuel Macron en ze ging op bezoek bij de paus. Samen met de wereldberoemde mensenrechtenadvocate Amal Clooney probeert ze gedaan te krijgen dat IS-kopstukken worden vervolgd. Ze heeft al zo’n driehonderd interviews gegeven.

In Irak daarentegen kwam ze vrijwel nooit buiten het dorpje Kocho, ten zuiden van Sinjar, waar ze woonde. “Ik werd al ziek als ik even in de auto zat”, vertelt Murad in de lounge van een Parijs hotel. Ze praat zachtjes en gelaten, met weinig stemverheffingen en een enkel handgebaar. Ze oogt beschadigd en vermoeid maar strijdvaardig.

Niet te veel details van haar gevangenschap, zo luidde het verzoek van de jezidische organisatie Yazda, die haar contacten verzorgt. Die staan immers in haar boek ‘Ik zal de laatste zijn: mijn strijd tegen de Islamitische Staat’. Daarin beschrijft Murad hoe ze maandenlang als slaaf werd verkocht door IS-strijders, net als 6.500 andere vrouwen en kinderen van haar gemeenschap. De memoires zijn onderdeel van een gewichtige missie: de misdaden van IS openbaren. “Ik wil de laatste zijn met een verhaal als het mijne”, schrijft ze.

Wat vond u het moeilijkst om te schrijven?

“Het hele proces was zwaar. Je haalt gebeurtenissen naar boven die je het liefst wilt vergeten. Maar misschien wel het moeilijkst was het gedeelte over het leven vóór IS, toen mijn moeder en broers nog leefden, toen alles nog normaal was.”

Dat normale leven was abrupt voorbij toen IS in augustus 2014 Kocho innam. De IS-strijders vermoordden alle mannen, onder wie zes van Murads broers. Ook vrouwen die ze te oud vonden om als sabiyya, seksslaven, te verkopen werden massaal geëxecuteerd en in massagraven gedumpt.

In haar boek beschrijft ze hoe een IS-strijder haar wegtrok bij haar moeder. ‘Ik ga sterven,’ zei die. Haar witte hoofddoek een beetje afgezakt, eronder wilde, rommelige haren. Dat was de laatste keer dat Murad haar moeder zag.

Murad en duizenden andere jezidi-vrouwen en meisjes werden in bussen naar Mosul vervoerd. Ze werden gedwongen bekeerd en op slavenmarkten verkocht aan leden van IS. In de volgende paar maanden werd Murad door verschillende mannen gekocht, gemarteld en verkracht.

De details van haar gevangenschap zijn ontstellend. Na een mislukte ontsnappingspoging straften IS-bewakers haar door haar net zo lang te verkrachten totdat ze het bewustzijn verloor. Even verder in het boek beschrijft ze hoe ze – doodziek en uitgeput – gevangen werd gehouden in een checkpoint. IS-leden die het checkpoint passeerden, mochten ‘gebruik van haar maken’.

Op de vraag of ze tijdens het schrijven bijgestaan is door een psycholoog schudt ze haar hoofd. “Andere vrouwen willen het graag, wat begrijpelijk is, maar ik heb die behoefte nooit gehad. Ik heb IS teruggepakt door hun misdaden openbaar te maken. Dit boek is mijn therapie.”

In 2015 vertelde u de VN-Veiligheidsraad hierover. Sindsdien spreken steeds meer jezidi-vrouwen zich in het openbaar uit. Heeft dit de gemeenschap veranderd?

“Met onze verhalen wilden we de aandacht vestigen op de genocide door IS. Dat heeft een positief effect gehad op de positie van vrouwen: niet alleen jezidi-vrouwen, maar alle Iraakse vrouwen. Sommigen schreven een boek, net als ik. Jezidi-vrouwen kregen een stem en werden gehoord. Toch zou ik anderen nooit overhalen zich in het openbaar uit te spreken, juist omdat ik weet hoe moeilijk het is.”

Ziet u zichzelf als een feminist?

“Niet echt. Het voelt voor mij als een ander soort activisme. Ik probeer slechts met alle gruwelijkheden om te gaan. De kans om een feminist te zijn, heb ik nog niet gehad.”

Hebben de misdaden van IS tegen de jezidi’s genoeg aandacht gekregen?

“Aan aandacht geen gebrek. Overal waar we kwamen, ontvingen we solidariteit en sympathie. Het grootste probleem was dat de jezidi’s tot 2014 een onbekend volk vormden. Koningin Rania van Jordanië vertelde mij dat ze tot voor kort niet eens wist dat er jezidi’s bestonden. Zij was niet de enige, we moesten echt naar mensen toe om uit te leggen wat er gebeurd was met ons volk. In Duitsland hebben veel jezidi’s mijn boek cadeau gedaan aan hun vrienden, familieleden en leraren: kijk, dit is ons overkomen.”

Heeft die aandacht ook geleid tot meer hulp?

“Tot nu toe heeft het weinig concreets opgeleverd. In Iraaks Koerdistan wonen nog steeds 350.000 jezidi’s in opvangkampen. Terug naar Sinjar kunnen ze niet. Vrouwen en meisjes die na jaren eindelijk bevrijd worden, belanden ook in de kampen – zonder voorzieningen en psychologische hulp. We weten allemaal wat er met ze gebeurd is tijdens hun IS-gevangenschap. Geen enkel ander volk is tot slaaf gemaakt. En toch worden ze aan hun lot overgelaten. >>

De jongste kinderen werden gekocht door families uit Mosul. De Iraakse regering en internationale gemeenschap doen niets om ze te vinden. Laatst werd een meisje van 17 bevrijd. Hulp kreeg ze niet. Een paar weken later overleed ze aan hartproblemen.”

De meeste moslimburen deden niets toen IS de jezidi’s aanviel, anderen hielpen IS zelfs, schrijft u. Waarom werden de jezidi’s zo gehaat?

“Vanwege ons geloof. Veel moslims – Arabieren én Koerden – noemen ons kuffar (ongelovigen) voor wie geen plek is in een moslimsamenleving. Zij vinden het een schande dat we überhaupt bestaan. Al voor de genocide aten veel buren ons voedsel niet en kochten ze onze melk niet. Alleen jezidi’s kochten van jezidi’s.

“Andersom was dat niet zo: als wij op bezoek gingen bij de buren, aten we wel mee. Volgens mijn ouders moesten we dat juist doen om ze in verlegenheid te brengen.”

En hoe is dat nu?

“Er is nog steeds discriminatie. Het is de verantwoordelijkheid van de Iraakse regering om burgers gelijke rechten te geven, ongeacht hun geloof of afkomst. Jezidi’s in Sinjar die tegen IS hebben gevochten moeten deel gaan uitmaken van leger en politie en helpen bij de bescherming van hun eigen gebied [in 2014 lieten Koerdische autoriteiten de bevolking zonder slag of stoot over aan de oprukkende IS-strijders, red.]. Als je dat niet doet zullen steeds meer minderheden vertrekken, en blijven alleen de radicalen over. Kijk maar naar de christenen, ook zij verlieten Irak massaal.”

U zei ooit: voor mij is het geen gerechtigheid als IS-strijders geëxecuteerd worden, want het interesseert ze niet of ze doodgaan – ze blazen hun eigen kinderen op.

“Voor jezidi’s is het belangrijk dat IS-strijders worden vervolgd voor genocide, maar dat gebeurt momenteel niet in Irak. Het zijn routinerechtszaken die krap twintig minuten duren. Ze worden veroordeeld voor deelname aan een terroristische organisatie en krijgen massaal de doodstraf. Zodat een chauffeur dezelfde straf krijgt als een IS-leider die het systeem van moord en slavernij uitvoerde.

“Dit geeft hun slachtoffers, die niet eens betrokken worden bij het proces, geen gerechtigheid.”

Hoe kan dat beter?

“Dat kan via het Internationaal Strafhof in Den Haag, een internationaal tribunaal in Syrië en Irak, of vervolging in het land van herkomst. Voor mij maakt het niet uit waar ze berecht worden, zolang het maar in lijn ligt met het internationaal recht, en de slachtoffers van IS gerechtigheid krijgen.”

Hoe moet de bewijsvoering in Europa plaatsvinden?

“Het is lastig om bewijs te verzamelen omdat de misdaden in Syrië en Irak zijn gepleegd, maar het is niet onmogelijk, als landen meer samenwerken. Regeringen kunnen hulp vragen aan het Iraakse onderzoeksteam, aan Jezidi-organisatie Yazda, hulpverlenersorganisaties en Amal Clooney’s kantoor. Al deze organisaties werken lokaal en verzamelen bewijs. Daarnaast zijn er al dappere jezidi-vrouwen en mannen die bereid te getuigen, desnoods in een ander land.”

In haar boek beschrijft Murad een ontmoeting met de moeder van een IS-bewaker. De vrouw was zacht en rond, net als haar eigen moeder. Murad hoopte op sympathie, maar de vrouw bleek juist achter de slavernij te staan. “Ik heb gehoord dat IS-vrouwen jezidi’s hebben geholpen”, zegt Murad, “maar veel vaker hoor ik verhalen over vrouwen die veel wreder zijn dan de mannen. Ze slaan de sabiyya van hun man en laten hen verhongeren, uit jaloezie of uit woede.”

Veel Europese IS-vrouwen en hun kinderen zitten nu vast in opvangkampen in Syrië. Moeten we ze ophalen?

“De kinderen zijn onschuldig, maar over de vrouwen heb ik een dubbel gevoel. Want wie hebben er harder hulp nodig? De slachtoffers die zo geleden hebben of degenen die hier vrijwillig kwamen om de samenleving te ontwrichten? Maar het is belangrijk dat deze vrouwen berecht worden, en de Koerden in Syrië hebben daar niet de middelen voor.”

Wat als bewijs tegen deze vrouwen ontbreekt?

“Naar een oorlogsgebied reizen om je bij een terreurorganisatie aan te sluiten, is al genoeg bewijs. Dat doe je alleen als je achter IS staat. Van een aantal vrouwen weten we zeker dat ze actief betrokken waren bij de slavernij. Zo bereidt Amal Clooney een zaak tegen Umm Sayyaf, de vrouw van een bekende IS-leider. Zij hield verschillende jezidi-vrouwen en de omgekomen Amerikaanse hulpverleenster Kayla Mueller gevangen. Vrouwelijke jezidi’s die het overleefd hebben, zullen tegen Umm Sayyaf getuigen.”

Moet Europa meer jezidi’s opnemen?

“IS heeft openlijk en trots verkondigd dat ze onze gemeenschap van de kaart wil vegen. Daarom hoop ik dat Europa meer jezidi’s een speciale asielstatus geeft. Duitsland en Canada hebben al duizenden IS-slachtoffers opgenomen. Daar zijn jezidi’s veilig en krijgen ze psychologische hulp. Er is een enorm verschil tussen hoe mijn zus in Duitsland en een vrouw in de kampen eraan toe is. Jezidi’s hebben geen waardig leven in Irak, in Europa wel.”

Jezidi-leiders vrezen dat de jezidi-identiteit verdwijnt als ze verspreid over de wereld wonen. Ze vrezen dat ze eerder met niet-jezidi’s trouwen en hun geloof verwaarlozen.

“Dat jezidi’s emigreren, doet de cultuur niet verdwijnen. In Armenië wonen veel jezidi’s die tijdens de Armeense genocide uit Turkije (toen nog het Ottomaanse Rijk) zijn gevlucht. Toen ik ze bezocht, kwam ik erachter dat ze dezelfde tradities en cultuur hebben als de jezidi’s uit Irak. Ook de duizenden jezidi’s in Canada en de VS houden de cultuur levend.”

Vorig jaar keerde u onder begeleiding van het Iraakse leger terug naar uw oude huis in Kocho.

“Het dorp was onleefbaar en er woonden geen mensen meer. Het enige wat overgebleven is, zijn herinneringen. IS heeft overal mijnen verstopt. Dat bezoek brak mijn hart.”

Waar haalt u uw kracht vandaan?

“Iedere keer als ik een stap terug wil doen, gebeurt er weer iets. Dan wordt er een meisje bevrijd of blijken er weer jezidi’s te zijn omgekomen. De situatie van ons volk is niet veel beter geworden en gerechtigheid is ver te zoeken. Daarom ga ik door.”

Dit artikel is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl)

Nadia Murad

Nadia Murad (1993) kreeg voor haar strijd voor de jezidi’s de Sacharovprijs en de Václav Havelprijs voor mensenrechten. Ze werd genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede en benoemd tot goodwill-ambassadeur van de VN.

Jezidi’s

De jezidi’s zijn een etnisch-religieuze gemeenschap. In het noorden van Irak woonden drie jaar geleden zo’n 560.000 jezidi’s, met name in het bergdistrict Sinjar. Wereldwijd leven er volgens schattingen 1 miljoen jezidi’s. Ze geloven in één god en in zeven aartsengelen, waarvan de belangrijkste Tawûsê Melek is.

Het is een gesloten religie. Zo mogen jezidi’s niet buiten hun gemeenschap trouwen en is bekering niet toegestaan.

Hun heilige bedevaartsoord Lalish ligt ten noorden van de Iraakse stad Mosoel. De jezidi’s worden ook wel ‘kinderen van het licht’ genoemd omdat ze naar de zon bidden. Ze zijn al eeuwen slachtoffer van vervolging door vijandige buren of regimes, maar kregen pas wereldwijde media-aandacht door de laatste genocide door Islamitische Staat. Duizenden mannen werden gedood, vrouwen en kinderen werden tot slaaf gemaakt en honderdduizenden sloegen op de vlucht.

Please follow and like us:
error8
fb-share-icon20
Tweet 20
fb-share-icon20

You Might Also Like

Leave a Reply

Brenda\\\\\\\'s Anti-spam *

Back to top