Bomaanslag Erbil grote schok ‘Koerdistan is geen Irak’
ERBIL- Aan de opluchting over de democratisch verlopen verkiezingen kwam prompt een einde toen een serie autobommen afging in de hoofdstad van Iraaks Koerdistan. De bevolking is verdrietig, verbijsterd en kwaad. In tegenstelling tot in de rest van Irak was er in hun regio sinds 2007 geen bom meer ontploft. Maar juist door de veiligheid, stabiliteit en welvarendheid was Erbil ook een perfect doelwit.
Eén dag nadat de resultaten van de Koerdische parlementsverkiezingen werden bekend gemaakt, ontploften vier autobommen in de buurt van het hoofdkwartier van de veiligheidsdiensten en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Door het vuur op de terroristen te openen, werden meerdere aanslagen voorkomen. Een woordvoerder van de Iraakse premier Nouri Maliki zei dat de aanval gelinkt kan worden aan de gevechten tussen jihadisten en Koerden aan de grens met Syrië. Het zou gaan om een wraakactie van ISIS (Islamic State in Iraq & Syria), een extremistische groepering die banden met Al Qaida heeft.
Direct na de aanslag, die aan zeker zes mensen het leven kostte en waarbij tientallen gewonden vielen, verschenen de eerste foto’s en updates op Facebook en Twitter. Mensen spraken hun verbazing uit, rouwden openlijk en steunden elkaar. Afbeeldingen van de Koerdische vlag, de stad Erbil of de citadel, één van de meest bijzondere trekpleisters in de hoofdstad, werden veelvuldig gedeeld. Ondanks de schok was de boodschap aan de rest van de wereld trots en duidelijk: wij Koerden laten dit niet gebeuren, niet na alles waar we voor gevochten hebben.
Koerden, geteisterd door onderdrukking, oorlogen en conflicten, zijn met 40 miljoen mensen het grootste volk zonder eigen land. Onder Saddam Hoessein werden er duizenden gemarteld, opgepakt en vermoord. De Amerikaanse invasie in 2003 maakte hier een einde aan en zorgde ervoor dat de Koerden een eigen regio kregen; de Koerdische autonome regio, ook wel ‘Koerdistan’ genoemd.
Veilige haven na de oorlog
De Koerdische regio heeft haar eigen wetten, veiligheidstroepen en visumregeling. Maar de regio staat vooral bekend om haar rust, omdat de regering er alles aan doet om een veilige haven te creëren. Na jarenlang onderdrukking, gewelduitbarstingen en oorlogen, is er behoefte aan stabiliteit.
Westerlingen verbazen zich altijd over het succes van de regio. Door de rijkdom aan olie trekken veel investeerders naar Koerdistan, vooral oliebedrijven. Nieuwbouwprojecten schieten uit de grond en op iedere hoek van de straat verreizen nieuwe winkelcentra. Bovendien is er weinig criminaliteit. Een gevolg van deze ontwikkelingen is dat Koerden uit alle hoeken van de wereld massaal terugkeren. Velen hebben de oorlog meegemaakt, ruiken nu hun kans en willen meehelpen aan de vooruitgang. Maar dat geen plek in het Midden-Oosten veilig is voor aanslagen, blijkt uit de meest recente gebeurtenissen.
Sektarische spanningen
De burgeroorlog in buurland Syrië heeft geleid tot sektarische en etnische spanningen binnen en buiten Irak. Terwijl in de rest van Syrië gestreden wordt tegen regeringstroepen van al-Assad, wordt in Koerdisch Syrië gevochten om grond en goederen. De Koerden in buurland Syrië doen er alles aan om hun steden niet in handen van extremistische groeperingen te laten vallen, met alle gevolgen van dien.
In het ‘normale’ Irak woedt een burgeroorlog tussen de sjiieten en soennieten, één die alleen maar erger wordt nu de Amerikaanse troepen zich hebben terugtrokken. En op de grens met Turkije blijft het onrustig, hoewel de onderhandelingen tussen de PKK en de Turkse regering inmiddels al vergevorderd moeten zijn. Ondertussen vluchtten er wekelijks duizenden Syrische vluchtelingen naar Koerdistan, het enige veilige eilandje in het onrustige Midden-Oosten. Misschien komt het door de massale vlucht van Koerden richting Syrië tijdens de Irakoorlog, dat de lokale regering haar deuren nu openhoudt voor vluchtelingen onder het mom van ‘wij Koerden moeten elkaar helpen’.
Koerdistan is geen Irak
In Erbil denken ze dat extremistische groeperingen hen in de onrust willen betrekken. Het feit dat zij zonder een eigen land te hebben een succes van hun regio wisten te maken, zet misschien ook aan tot kwaad bloed, evenals het feit dat Koerden over het algemeen weinig sympathie voor extremere vormen van de islam hebben en zich in Syrië blijven verzetten.
‘Koerdistan is geen Irak. Aanslagen vinden hier niet plaats,’ riepen de inwoners van Erbil trots. Inderdaad, totdat zij opeens geconfronteerd werden met hun eigen kwetsbaarheid, dat tevens hun kracht is. En ook nu weer, is Koerdistan nog geen Irak, in de zin dat deze aanslag waarschijnlijk geheel andere motieven heeft dan de aanslagen in zuidelijk Irak. Is dit een straf voor hun verzet in Syrië of een aanval op de verkregen vrijheid in het noorden van Irak? Het is zeker mogelijk.
‘Laat deze tragische gebeurtenis mensen in Koerdistan verenigen,’ riep de Qubad Talabani, de zoon van de president Jalal Talabani, op Twitter. Geen twijfel dat dit gebeurt, want geen volk is zo verenigd en standvastig als het Koerdische volk.
De lokale regering staat -zoals altijd- voor een behoorlijke uitdaging. Kunnen zij het volk nog wel beschermen? De Koerden denken van wel, want wat zij met bloed, zweet en tranen opgebouwd hebben, laten ze zich niet zomaar afpakken. De Irakoorlog ligt hen immers nog veel te vers in het geheugen.
Leave a Reply