Een sleutel voor de Palestijnen

Publicatie: AD-Rotterdams Dagblad

VLAARDINGEN- Bijna 70 jaar na de oprichting van Israël zijn de verhalen over verdreven Palestijnen nog altijd springlevend. Daarom pleit de gemeenschap voor een gedenkteken in Vlaardingen. Om aandacht te vragen voor het leed. En voor de hoop op vrede.

Ooit woonden Nawal en Ibrahim Al-Baz met hun ouders en andere familieleden in een groot huis in het dorpje Dayr Aban. Het was een mooi, nieuw huis 18 kilometer buiten Jeruzalem. Het was net af toen in 1948 de staat Israël werd opgericht en de oorlog uitbrak. De inwoners vluchtten halsoverkop. In de veronderstelling dat ze snel weer terug zouden zijn, lieten ze bijna alles achter. Ook Nawals vader nam alleen zijn huissleutel mee. ,,We zijn zo weer terug”, dacht hij. ,,Maar in plaats daarvan belandden onze families in een vluchtelingenkamp in Jordanië. Mijn vader keerde pas twintig jaar later terug, als toerist. Toen hij het huis zag, een ruïne, kreeg hij ter plekke een hartaanval. Kort daarna stierf hij”, vertelt Nawal.

Verlies van huis en grond, gedwongen vluchten, leven in vluchtelingenkampen: het zijn verhalen waarin veel Palestijnse Vlaardingers zich zullen herkennen. Tussen 1947 en 1949 namen de Israëli’s veel Palestijns land in beslag. Zij noemen het de Onafhankelijkheidsoorlog, Palestijnen noemen het de Nakba (catastrofe): de verdrijving van 700.000 Palestijnen, waarbij ook duizenden omkwamen. Getuigenissen van deze gebeurtenissen gaan van generatie op generatie. Ook in Vlaardingen, want hier woont de grootste Palestijnse gemeenschap van Nederland.

Als het aan de gemeenschap en de plaatselijke SP-fractie ligt, krijgt de haringstad dan ook een gedenkteken, en wel in de vorm van een sleutel. ,,Veel Vlaardingse Palestijnen hebben nog de sleutels of documenten van het huis waaruit zij gevlucht zijn. Vandaar het gedenkteken; om onze (groot)ouders te herdenken en aandacht te vragen voor de Palestijnse tragedie. In Vlaardingen wonen nog steeds ouderen die zelf de Nakba meegemaakt hebben”, vertelt Ibrahim, de man van Nawal. ,,We zijn Nederlanders geworden, maar ontlenen onze identiteit ook aan Palestina. De band blijft sterk.”

Als voorbeeld noemt hij een Palestijnse kennis (90) die recentelijk overleed. Abdulrahim Merjan was een van de eerste Palestijnen die in Vlaardingen aankwam. Hij werd in zijn geboorteplaats Biddya begraven, in Palestina. ,,Een uitzondering, want de meeste Palestijnen worden in Jordanië begraven, omdat Israël geen toestemming geeft”, aldus Ibrahim.

De meeste vluchtelingen kwamen terecht in vluchtelingenkampen in de Palestijnse gebieden en in de omliggende landen, met name in Jordanië.

In 1963 kwamen de eerste Palestijnen naar Nederland. Zij gingen aan de slag bij de margarinefabriek ROMI aan de Koningin Wilhelminahaven. Zo ook de vader van Yihia Abu Ayyash. ,,Zes dagen per week, met overuren in het weekend. Mijn vader werkte hard”, zegt hij. ,,In de vakanties zocht hij ons op in het vluchtelingenkamp in Nabloes. Blijven mocht niet, want mijn vader was stateloos geworden. Pas vijftien jaar later zag hij in dat dit niet opgelost zou worden.”

Het gezin werd in 1976 in Vlaardingen herenigd. Maar het gevoel van ontheemding is nooit helemaal verdwenen. ,,Het dorp waar mijn ouders vandaan komen, is nu hartje Tel Aviv. Er zijn honderden Palestijnse dorpen en steden vernietigd toen Israël gesticht werd. Het moederland is hun ontnomen. Dat doet pijn”, aldus Yihia.

Het gedenkteken vraagt ook aandacht voor de bezetting van de Westelijke Jordaanoever in 1967 en het uitblijven van een Palestijnse staat. Maar vooral staat de sleutel voor hun hoop op vrede en het recht op terugkeer.

Toerist

Dat laatste laat de Israëlische regering nog steeds niet toe. Palestijnen mogen alleen als toerist naar het land. Volgens Yihia is dat een heel gedoe. ,,De Westelijke Jordaanoever zit vol checkpoints, waardoor het uren duurt om een afstand van een paar kilometer te overbruggen. En al heb je een Nederlands paspoort, als ze op het vliegveld zien dat je Palestijn bent, word je uren ondervraagd. Palestijnen worden anders behandeld. Daarom noem ik het een apartheidsstaat.”

David Ben-Gurion, de eerste premier van Israël, zei ooit over de Palestijnen: de ouderen zullen sterven en de jongeren zullen vergeten. Maar volgens de Palestijnen in de haringstad is het tegenovergestelde het geval.

Ibrahim: ,,Jongeren zijn juist heel betrokken. Doordat een oplossing voor het conflict uitblijft, zie je dat het leed doorwerkt op de inmiddels derde of vierde generatie.”

Als het aan de Palestijnse gemeenschap ligt, wordt het gedenkteken in 2017 geplaatst. Het is dan 70 jaar geleden dat de Nakba begon, en 50 jaar dat de bezetting van de Westelijke Jordaanoever plaatsvond. De kosten worden door de gemeenschap zelf betaald. Het college buigt zich over het voorstel.

Hoewel de Israëliërs en Palestijnen al tientallen jaren met elkaar in conflict zijn, hoopt Ibrahim nog altijd op vrede. Sterker nog, hij gelooft er heilig in dat samenleven mogelijk is. ,,Mijn vader had een joodse vriend van wie hij geen afscheid heeft kunnen nemen. Na tientallen jaren kreeg hij eindelijk de kans om zijn oude huis op te zoeken. En weet je wat het eerste was wat mijn vader deed? Kijken of zijn goede vriend nog in de buurt woonde”, glimlacht Ibrahim.

Please follow and like us:
error8
fb-share-icon20
Tweet 20
fb-share-icon20

You Might Also Like

Leave a Reply

Brenda\\\\\\\'s Anti-spam *

Back to top